De eerste kwaliteit die nodig is, is durf.
Klachten en professioneel toezicht
Wij doen ons uiterste best om u zo goed mogelijk van dienst te zijn. Helaas kan het voorkomen dat een en ander niet foutloos verloopt of niet volgens uw verwachtingen gaat. Mocht u om welke reden dan ook niet tevreden zijn dan heeft u de mogelijkheid om hier op een open en eerlijke manier te communiceren met degene die de klacht betreft. Daarnaast heeft u de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij :
– Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) https://skjeugd.nl/ouders-verzorgers/klacht-indienen/
– Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk (BPSW) https://www.bpsw.nl/klachten-over-je-hulpverlener
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (wkkgz)
De overheid wil dat iedereen goede zorg krijgt. Daarom heeft de overheid wettelijk vastgelegd wat goede zorg precies inhoudt en wat er moet gebeuren als mensen een klacht hebben over de zorg. Dit staat in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).
De Minimaatschappij B.V. is aangesloten bij de organisatie “Erisietsmisgegaan.nl” Deze organisatie heeft een onafhankelijke klachtenregeling, klachtenfunctionaris, klachtencommissie jeugdwet of erkende geschillen=commissie.
De Minimaatschappij B.V. staat geregistreerd met registratienummer CIBG/EG/27349.2 certificaat (bijna)incidenten melden en verbeterplan maken.
U kunt de volgende documenten inkijken
https://erisietsmisgegaan.nl/wp-content/uploads/2022/12/2023-Klachtenregeling-Wkkgz.pdf
https://erisietsmisgegaan.nl/wp-content/uploads/2024/08/2024-04-05-Gewijzigde-versie-Reglement-Geschillencommissie-Wkkgz-Erisietsmisgegaan.nl_.pdf
https://erisietsmisgegaan.nl/wp-content/uploads/2023/01/2023-Klachtenregeling-Jeugdwet.pdf
https://erisietsmisgegaan.nl/wp-content/uploads/2022/12/2023-Reglement-Klachtencommissie-Jeugdwet.pdf
Verklaring omtrent gedrag (VOG)
Voor elk persoon die bij ons komt te werken zal een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) worden aangevraagd voordat deze bij ons komt werken Op het moment dat degene nog geen VOG heeft mag die persoon onder begeleiding van een collega meelopen.
4-ogen beleid
Kinderen zijn kwetsbaar, maar ook onze begeleiders. Om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen is er binnen De Minimaatschappij gekozen om in plaats van één begeleider er twee op te zetten. Eén senior en één junior. De nabijheid van beide begeleiders werkt heel positief. Op het moment dat de ene begeleider naar voren gaat doet de ander een stap terug of gaan ze beiden mee in het spel van het kind. Het mooie hiervan is dat we een compleet beeld krijgen van het kind en daarnaast leert de junior weer van de senior.
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Binnen de Minimaatschappij hebben wij beroepsgeheim en mogen in principe geen informatie over de kinderen / jongeren aan anderen geven. In sommige situaties geldt een uitzondering, bijvoorbeeld bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling. In dat geval is het toegestaan om zonder toestemming van het kind / jongere te overleggen en te melden. Dat mag alleen als de informatie noodzakelijk is om het huiselijk geweld of de kindermishandeling mensen te stoppen, of een redelijk vermoeden daarvan te onderzoeken. De professional dient hierbij het stappenplan in de meldcode te gebruiken.
Sinds 2019 is er bij de meldcode een afwegingskader bijgekomen om als professional de juiste stappen te laten nemen en de juiste afwegingen te maken.
Gedragscode van de Minimaatschappij (MM) en Stichting Mini-maatschappij Gewoon Anders (MMGA).
In onze organisatie(s) proberen wij een sociale en fysieke veilige omgeving voor een ieder te zijn. Daarbij willen wij voorkomen van seksuele intimidatie, racisme, agressie en geweld.
Een van de hulpmiddelen daarbij is het gebruik van deze gedragscode. Hierin staat wat wel en niet gewenst is in de omgang tussen degenen die bij MM / MMGA komen.
Uitgaande van de zienswijze dat neurodiversiteit de norm is kunnen wij ieder accepteren zoals wie deze persoon is. Dit wil niet zeggen dat je geen gesprekken aan mag gaan over bepaalde gevoeligheden. Wij proberen een organisatie te zijn waar alles bespreekbaar is. Doel is om te leren van elkaar en elkaar als volwaardig mens te zien, ondanks dat het niet strookt met jouw “aangeleerde” normen en waarden.
Voor veel kinderen is nabijheid en lichamelijk contact een voorwaarde om te groeien. Maar er is wel één heel duidelijke grens en dat is de grens dat seksuele handelingen en contacten tussen een ieder die bij de MM / MMGA “werkt” en kinderen/jongeren bij ons absoluut ontoelaatbaar zijn!
Je communiceert geen racistische en/of discriminerende taal.
Je vermijdt lichamelijk geweld.
Je houdt gegevens over de thuissituatie, medische informatie, gegevens van hulpverlenende instanties, uitslagen van testen etc. binnen de organisatie en worden als privacygegevens beschouwd.
Het maken van beeldmateriaal van kinderen met een GSM, fototoestel en/of videocamera, is niet toegestaan, alleen indien ouder(s)/verzorger(s) daar toestemming heeft gegeven en dan nog alleen als er noodzaak toe is.
Realiseer je dat je een voorbeeldfunctie hebt, dit geldt ook voor het gebruik van genotsmiddelen. Doe dit niet in de buurt van een kind/jongere.
Telefoon gebruik tot een minimum beperken, je kunt dit in jouw pauze doen. Uitzonderingen daar gelaten.
Je zorgt voor een omgeving en een sfeer waarbinnen een kind/jongere zich veilig en gerespecteerd voelt
Je behandelt alle kinderen/jongere gelijkwaardig.
Je gaat zo om met een kind/jongere dat zijn/haar waardigheid niet wordt aangetast
Je dringt niet verder door in het privéleven van een kind/jongere dan functioneel noodzakelijk is.
Je onthoudt je van elke vorm van seksuele benadering en misbruik ten opzichte van een kind/jeugdige. Alle seksuele handelingen, -contacten en -relaties tussen jou en een kind/jongere met een ontwikkelleeftijd van jonger dan 18 jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
Je raakt een kind/jongere niet op zodanige wijze aan, dat deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard ervaren zal worden.
Je gaat tijdens activiteiten binnen en buiten de organisatie met respect om met een kind/jongere en de ruimtes waarin zij zich bevinden, zoals slaapzalen, tenten, omkleedruimten, douches etc.
Je beschermt een kind/jongere naar vermogen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en seksueel misbruik en ziet er actief op toe dat de gedragscode door iedereen die bij een kind/jongere is betrokken, wordt nageleefd.
Als je gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragscode en bij vermoedens van seksueel misbruik, maak je hiervan melding bij de vertrouwenspersoon.
Je krijgt of geeft geen (im)materiële vergoedingen waarvan je weet dat dit niet oké is.
In die gevallen waar de gedragscode niet (direct) voorziet, of bij twijfel over de toelaatbaarheid van bepaald gedrag zal je in de geest van de gedragscode handelen en zo nodig daarover in contact te treden met de bestuurder.
Hier boven wordt vooral gesproken over het kind/jongere. Deze gedragscode geldt ook voor onderlinge relaties van een ieder die “werkt” bij de MM /MMGA.
Pestprotocol
Een veilige omgeving is de basis voor groei en ontwikkeling. Ons pestprotocol biedt een duidelijke aanpak om pesten binnen onze organisatie effectief te voorkomen en aan te pakken. We richten ons op bewustwording, het versterken van sociale vaardigheden en het creëren van een cultuur van respect en acceptatie voor de autoniomie van het kind. Samen zorgen we voor een plek waar iedereen zich gehoord, gezien en veilig voelt.
Wat verstaan wij onder pesten?
Pesten is herhaaldelijk gedrag waarbij iemand bewust anderen kwetst, buitensluit of schade toebrengt. Dit kan fysiek, verbaal, sociaal of digitaal zijn. Pesten gebeurt vaak vanuit een ongelijk machtsverhouding, waarbij de gepeste zich moeilijk kan verdedigen. Voorbeelden van pesten zijn:
- Fysiek: slaan, schoppen, duwen of spullen afpakken.
- Verbaal: schelden, roddelen, uitschelden of bedreigen.
- Sociaal: buitensluiten, negeren of iemand isoleren van de groep.
- Digitaal (cyberpesten): vervelende berichten sturen, iemand belachelijk maken op sociale media of het delen van foto’s zonder toestemming.
Pesten heeft een grote impact op iemands welzijn en gevoel van veiligheid. Het is daarom belangrijk om pestgedrag snel te herkennen en aan te pakken.
Pestprotocol De Minimaatschappij
- Observeren:
We houden actief in de gaten wat er gebeurt en signaleren pestgedrag zo snel mogelijk. - Handelen en benoemen:
We spreken direct met zowel de pester als de gepeste. Beiden krijgen de kans om hun kant van het verhaal te vertellen. - Samen een oplossing zoeken:
We moedigen de kinderen aan om onder begeleiding zelf met een oplossing te komen. Zo leren ze verantwoordelijkheid nemen en samen tot een oplossing te komen. - Ouders betrekken (indien nodig):
Als het nodig is, bespreken we de situatie met de ouders, altijd in overleg met de kinderen. Dit hangt af van de ernst van de situatie. - Het team informeren:
Het team wordt dezelfde dag op de hoogte gebracht, zodat iedereen kan bijdragen aan een veilige en positieve omgeving. - Terugkoppeling binnen een week:
Binnen een week praten we opnieuw met de pester en de gepeste om te kijken of de situatie is verbeterd en of de oplossing werkt of dat er een andere pedagogische aanpak nodig is.
Met dit protocol zorgen we samen voor een veilige omgeving waarin iedereen zich gezien en gehoord voelt.